Het moet anders in de advocatuur, ook buiten de Zuidas

19 jun 2024

Advocaten willen mooie deals en uitdagende zaken. Onder welke voorwaarden ze hun werk doen, zien zij als bijzaak, constateren businesscoaches Suzanne Sikkink en Stefan zum Vörde sive Vörding. Gevolg: velen hollen zichzelf voorbij en vertrekken of vallen uit. ‘Het is geen onwil, het is een blinde vlek.’

In het kort

    • Advocaten zijn sinds 2020 verplicht te reflecteren op het eigen functioneren, maar niet op hoe zij samenwerken.
    • Juist in dat samenwerken gaat het vaak mis, zeggen Suzanne Sikkink en Stefan zum Vörde sive Vörding.
    • De twee businesscoaches zien dat vooroordelen en verkeerde aannames stress en frustratie vergroten, vooral bij jonge advocaten.

Je gaat het pas zien als je het doorhebt: Suzanne Sikkink (50) en Stefan zum Vörde sive Vörding (62) hadden het grootste deel van hun loopbaan al achter de rug toen zij beseften dat het anders moet in de advocatuur. Om de stress te verlagen en de balans van vooral jonge aanwas te bewaken, heeft de mens achter de harde werker meer aandacht nodig. Niet alleen bij de grote glanzende kantoren op de Zuidas, maar ook daarbuiten. Sikkink en Zum Vörde willen daarvoor gaan zorgen.

Het gelegenheidsduo ontmoette elkaar in 2022, tijdens een intervisiebijeenkomst bij Allen & Overy (A&O). Sinds 2020 zijn advocaten verplicht jaarlijks hun eigen kwaliteit te toetsen, en dat gebeurt vaak in de vorm van groepsgesprekken. Zum Vörde kwam naar het Amsterdamse kantoor om de intervisie te leiden.

Hij begon zijn carrière ooit als verloskundige, maar is inmiddels al jaren consultant en gespecialiseerd in medisch specialisten en de advocatuur. Hij weet waar het aan schort: net als artsen zijn advocaten begeesterde en harde werkers met een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Ze willen uitblinken bovendien. De beroepsgroepen delen hetzelfde risico. ‘Die drive kan ervoor zorgen dat je je grenzen niet in de gaten houdt.’

Sikkink was meer dan twintig jaar zo’n bevlogen advocaat. Naast haar juridische werk als partner Arbeidsrecht bij A&O, bemoeide zij zich als ‘people partner’ met zaken als mentale gezondheid en diversiteit en inclusie.

Up-or-outsysteem

Nu zitten ze hier, op een vrijdagmiddag in Café-Restaurant Amsterdam. Ze eten een broodje gezond en een broodje ossenworst. Ze drinken cappuccino en water en buitelen over elkaar heen met verhalen over de advocatuur, en wat er beter kan — nee, moet. Het is bijna twee jaar geleden dat Sikkink haar baan opzegde. Van de vraag die tijdens corona begon te knagen (‘Wat kunnen we nou dóen om beter te gaan samenwerken?’) heeft zij haar werk gemaakt. Nu komt zij als businesscoach bij advocatenkantoren over de vloer.

Dat jonge advocaten steevast overuren draaien en dat steeds minder van hen partner willen worden, is bekend. Zij willen dit systeem niet meer, merken de kantoren. Waarom de ene floreert in het strikte up-or-outsysteem terwijl de ander uitvalt, is een vraag die heeft Sikkink gegrepen. ‘Ik ben analytisch aangelegd’, zegt ze. ‘Ik wil het begrijpen.’

Hard en meedogenloos

De zelfmoord van een Londense advocaat, vorig jaar september, zette de werk-privébalansdiscussie op scherp. In de periode voorafgaand aan haar dood draaide de vrouw werkdagen van achttien uur. Na het sluiten van een grote deal, sprong zij stomdronken voor de trein. Ze had nooit geklaagd over de hoge werkdruk, stelden collega’s. Achteraf bleek dat zij last had van de stress en het moeilijk vond om daarover te praten.

Hoewel de werkcultuur in de City bekendstaat als harder en meedogenlozer dan die in Nederland, herkennen Sikkink en Zum Vörde de dynamiek die leidde tot Fords dood. Sikkink kwam ook wel eens in zo’n achtbaan van druk terecht. ‘We werkten en werkten en dachten steeds: volgende week zijn we klaar, maar dat was niet zo. Ineens was het drie maanden later. Achteraf vraag je je af waarom we niet op de rem trapten. Er wordt altijd wel gezegd dat we topsport bedrijven. Maar het wordt vergeten dat je dan wel moet moet zorgen dat mensen in staat zijn om die topsport te bedrijven. Dat is geen onwil, maar een blinde vlek.’

Sommige advocaten genieten ervan om altijd aan te staan. Maar in een omgeving waarin praten over werkdruk niet standaard is, zijn het vooral de jonge collega’s die ermee worstelen. Werk stopt nooit en wie het beste wil voor de klant moet altijd bereikbaar zijn, is de overtuiging. Veel collega’s van Sikkink die uitvielen, waren jong. ‘Zij dachten vaak dat zij de enige waren die niet konden omgaan met de druk, terwijl in de praktijk heel veel mensen het er moeilijk mee hadden — er werd alleen niet over gesproken. Praten is dus het enige wat helpt. Maar dat gaat niet vanzelf.’

Steevast overuren

Kantoren ondernemen van alles om jonge aanwas groot en enthousiast te houden. Parttime werken is lang zo gek niet meer, ook niet voor de top. Hier en daar houden kantoren de partnerstructuur kritisch tegen het licht. Maar er verandert te weinig, zien Zum Vörde en Sikkink. De drijfveren van de advocaat zijn gericht op de cliënt. Die moet goed bediend worden en de rest is bijzaak. De concurrentie is moordend en cultuur een ‘ondergeschoven kindje’. Het jaarlijks reflecteren op het eigen functioneren, advocaten krijgen daar opleidingspunten voor, maar voor velen voelt het als een moetje.

Zum Vörde en Sikkink weten al precies hoe zij dit gaan veranderen. De discussie aanwakkeren, dat eerst. In een visie schrijven de twee dat het investeren in een goed doordachte werkcultuur geen bijzaak voor de hr-afdeling maar chefsache moet zijn. Sikkink: ‘Transparantie is belangrijk. De vraag stellen: hoe gaan wij om met deadlines, onder welke voorwaarden opereren wij?’

Er moet dus slimmer georganiseerd worden. Hoe? Daarvoor hebben de twee ideeën genoeg. Misschien moeten de teams groeien: dan werken meer mensen minder uren aan een zaak. En waarom nemen juridisch medewerkers niet een deel van het werk over? Sikkink: ‘Als mensen uitgerust zijn, leveren zij ook beter werk.’

Dit zijn slechts voorbeelden want de manier waarop, maakt eigenlijk niet zo veel uit, zegt Zum Vörde. ‘Als het gesprek over de werkcultuur maar geïnstitutionaliseerd wordt.’ Vooralsnog hangt de vraag of en zo ja hoe dat gesprek wordt gevoerd, af van de cultuur in een team; en dat is wel erg willekeurig.

De intervisie die sinds 2020 verplicht is, moet misschien gewoon worden uitgebreid, peinst hij hardop. ‘Dat je als team structureel gaat reflecteren op het samenwerken. Zijn we oké samen, is iedereen nog aan boord?’ Klinkt nuttig. Maar zal het moetjesgevoel overwonnen worden? ‘Misschien moet je hier dan ook punten voor geven.’ Sikkink: ‘Toen we in 2020 met de intervisies begonnen, dacht iedereen in eerste instantie: “pffffff”. Inmiddels is men er blij mee.’

Bron: https://fd.nl/bedrijfsleven/1519203/het-moet-anders-in-de-advocatuur-ook-buiten-de-zuidas